top of page

Baldwin's premium distilled gin.

Baldwin’s Premium Distilled gin.

Vandaag hebben we het over de Baldwin’s gin, een product van jeneverstokerij Braeckman in Oudenaarde. Voor we gaan proeven beginnen we met een stukje familiegeschiedenis van stokerij Braeckman.

In 1918 zette Achiel Braeckman een handel op in geestrijke dranken in Nederzwalm. De daaraan verbonden stokerij en jenever kregen de naam “De Blauwe Duif”. In die tijd dreef de familie vooral handel in kruidenierswaren.

De eerste wereldoorlog was rampzalig voor de meeste Belgische stokers: de Duitse bezetter nam de koperen stookketels immers in beslag en recycleerde het koper tot oorlogswapens, waardoor de regionale jeneverproductie sterk werd gereduceerd. Kruideniers voelden zeer goed de behoeftes aan van de consument. Door de beschikbaarheid van graan- of melassealcohol, geproduceerd in de gist- en spiritusfabrieken, konden ze door toevoeging van een jeneverbesdistillaat en water een jenever bereiden en zo aan de vraag van de consument voldoen.

Na de eerste wereldoorlog werden de meeste jenevers aangemaakt door distillateurs of likeurstokers die alcohol aankochten bij de grotere stokerijen.

De productie bleef in de beginjaren vrij beperkt,voornamelijk vanwege de wet Vandervelde van 29 augustus 1919 die de verkoop van alcoholische dranken met een alcoholgehalte van meer dan 18 % volume verbood in openbare gelegenheden en de verkoop van grote hoeveelheden (ten minste twee liter) in winkels enkel toeliet op voorwaarde dat die niet ter plaatse werd gedronken. De jenever werd voornamelijk afgenomen door winkeliers in de regio van Zuid-Oost-Vlaanderen en door het cliënteel van de eigen winkel. Geleidelijk werd het gamma uitgebreid met nieuwe jenevers en likeuren.

De productie van jenever en likeuren bleek toch een lucratieve bezigheid, want in de periode kort na de tweede wereldoorlog besloot de familie de kruideniersactiviteiten te beëindigen en zich volledig toe te leggen op de productie van alcoholische dranken.

Op 30 oktober 1947 werd een Feitelijke Vereniging opgericht door dochter Gabriëlle en schoonzoon Leon Pappens, gehuwd met Leontine. Gabriëlle hield zich voornamelijk bezig met de productie, Leon nam de verkoopsactiviteiten op zich.

Van dan af zag het publiek dan ook naast de vermelding “Likeurstokerij De Blauwe Duif” de benaming “G. Braeckman en L. Pappens” verschijnen op de etiketten en de handelsdocumenten.

Nog later vervoegde ook de jongste telg Willy de familiezaak en spitse men zich voornamelijk toe op de bevoorrading van winkels in de regio Zuid-Oost-Vlaanderen, meer bepaald de streek rond Oudenaarde, Zingem, Ronse, Geraardsbergen, Brakel en Zottegem.

In 1987 nam kleinzoon Filip Braeckman, afgestudeerd aan de Gentse Universiteit als ingenieur voor de scheikunde en voedingsindustrieën, de zaak over van zijn vader Willy en veranderde de firmanaam “Likeurstokerij De Blauwe Duif” meteen in de familienaam “Braeckman”. In eerste instantie legde hij zich toe op het creëren van een belegen graanjenever waarbij de aangekochte moutwijn of granen eau-de-vie werd gelagerd op eikenhouten Cognacvaten maar ook in nieuwe vaten, aangekocht bij kuiper Vicard uit Cognac. Braeckman was van bij het begin in 1990 betrokken bij de oprichting van de “Orde

van de Oost-Vlaamse Meester-distillateurs” en de Braeckman Oude Graanjenever wordt dan ook

geproduceerd volgens de vereisten van de O’de Flander, Echte Oost-Vlaamse graanjenever.De jenever draagt nog altijd trots het keurmerk “O’de Flander”. In 1992 werd de Braeckman Oude Graanjenever

door een panel gerenommeerde jeneverkenners tijdens een blinde proeverij nog verkozen tot beste

jenever in de categorie “belegen graanjenever”. Braeckman trok daarna ook volop de kaart van de productie van fruitjenevers. Door het toenmalig succes van die producten werd het verouderde bedrijfspand, gelegen in een woonzone te Nederzwalm, al gauw ongeschikt voor verdere uitbreiding en herlokalisatie drong zich dan ook op. Eind 1994 richtte Filip de besloten vennootschap “Braeckman Graanstokerij” op. In 1995 en 1996 werd een volledig nieuw bedrijfsgebouw opgetrokken in Oudenaarde waar een gloednieuwe graanstokerij in werd gehuisvest.

Het volledige proces “van korrel tot borrel” verloopt vandaag binnenshuis: van het malen van de granen, de beslagzetting, de gisting, het ruwstoken, het fijnstoken en de rijping, tot het afvullen. De granen eau-de-vie en/of moutwijn wordt uitsluitend vervaardigd uit inheemse graansoorten zoals rogge en gerstemout.

Met de bouw van een nieuwe graanstokerij heeft Braeckman resoluut gekozen voor de traditie van de jeneverdistillatie in Oost-Vlaanderen en wil het deze rijke traditie ook verderzetten. Omdat Filip werkelijk een enorm mooie installatie heeft is de stap naar het maken van gin eigenlijk klein, maar toch heeft het tot op vandaag geduurd eer de Baldwin’s Gin het leven zag.

Je kan gerust zeggen dat Filip niet over één nacht ijs gegaan is om zijn gin te maken.

Het is zelfs zo dat Filip eerst geen gin wou maken, maar omdat hij zich steeds meer stoorde aan de minderwaardige gins die tegenwoordig op de Belgische markt verschijnen, besloot hij om zijn visie op een kwaliteitsgin ook in de praktijk om te zetten.

Vanwaar nu de naam Baldwin’s?

Toen Graaf van Vlaanderen Boudewijn IX, ook Baldwin genoemd (1172-1205), Brugge verliet als één van de leiders van de Vierde Kruistocht naar het Heilige Land, had hij nooit verwacht om met hulp van de Tempelierridders gekroond te worden tot Boudewijn I, de eerste Latijnse keizer van Constantinopel in 1204.

De Westerse kruisvaarders maakten in het Oosten kennis met de hoogstaande Arabische cultuur en wetenschap. Ze leerden er niet alleen alchemistische technieken kennen om alcohol of medicinale elixirs (“aqua vitae” of levenswater) te distilleren, maar brachten ook specerijen en citrusvruchten mee.

Dit inspireerde meester-distilleerder Filip Braeckman om zijn gin te vernoemen naar deze Boudewijn of “Baldwin”.

Botanicals:

  • Vlierbloesem

  • Jeneverbessen

  • Engelwortel

  • Zoete sinaasappelschil

  • Vanille

  • Bittere sinaasappel

  • Kassiebast

  • Korianderzaad

  • Lavendel

  • Citroen schil

  • Zoethout

  • Liswortel

  • Kamillebloem

  • Steranijs

Over naar de tasting note dan, die - zoals steeds bij Gin UR Way – blind werd gemaakt, zonder vooraf reviews of beschrijvingen te lezen!

Neus:

Vrij zachte, florale neus, dan krijg ik jeneverbessen, zoethout, kamille en vlierbloesem, daarna komt er een beetje citrus bij.

Smaak:

Drop is het eerste wat me te binnen schiet, zo van die zwarte rolletjes die we als kind aten! De jeneverbessen zitten er ook in, een vrij florale en granige smaak ook. Een mooie rondheid is ook iets wat me onmiddellijk opvalt. Pikant is hij ook, vrij pikant zelfs, op de binnenkant van de lippen. Je kan niet echt zeggen dat de sinaasappel overheerst, maar ze zit er wel in en zorgt voor een mooie frisheid van het geheel.

Ik kan dit nog het best omschrijven als een “Old style English gin” maar dan met een moderne twist.

Finish:

Een vrij lange,droge finish. Het pikante maakt hier plaats voor een mooie droge finish!Oh yes, my cup of tea! Very much indeed! De drop zit er ook nog in, maar nu in samenspel met de sinaasappel.

Gin&Tonic:

Als eerste combinatie stel ik een pure tonic voor, genre Erasmus Bond Classic of Thomas Henry, die de G&T mooi droog maakt.

Ben je meer een liefhebber van een fruitige Gin & Tonic, dan raad ik de nieuwe East Imperial Yuzu Tonic aan.

In deze combinatie wordt de G&T fris en fruitig, maar toch ook voldoende droog.

Wat ik persoonlijk vreemd vond is dat de drop- of anijsgeur compleet achterwege bleef in combo met de Erasmus Bond Classic, maar dat die met de East Imperial Yuzu Tonic dan weer wél sterk doorkwam, terwijl ik het eigenlijk net het omgekeerde had verwacht.

Garnituur:

De fabrikant raadt zelf het gebruik van granaatappelpitjes aan en ik kan gerust zeggen dat dat perfect werkte. Omdat ik die evenwel niet courant in huis heb, ben ik op zoek gegaan naar een alternatief: de garnituur die ik aanraad is niks meer dan een zeste van sinaasappel in combinatie met eentje van roze pompelmoes. Ik voeg daar nog een blaadje salie aan toe, maar dat is geen must.

Conclusie:

Ik ben echt blij met deze nieuwe Belgische gin, een echte meerwaarde op de al overvolle ginmarkt! Dit is eentje die mag blijven! Dit is tenminste kwaliteit!

Score:

Ik geef de Baldwin’s Gin dan ook met heel veel overtuiging een 4,3/5 en ze zal altijd te vinden zijn ten huize Gin Ur Way!

Ik moet eerlijk bekennen dat ik de laatste weken een beetje mijn geloof in de Belgische ginfabrikanten teruggevonden heb! Na de beide GauGin’s is de Baldwin’s Gin opnieuw een hele mooie, die volgens mij potten gaat breken!

Scores:

0 op 5 staat voor:

Opgepast! Afblijven! Hier word je blind van!

Tussen 1 en 2 op 5 staat voor :

Juist goed genoeg om de afvoer mee te ontstoppen!

Tussen 2 en 3 op 5 staat voor:

Enkel geschikt om mijn verfborstels mee uit te wassen!

Tussen 3 en 4 op 5 staat voor:

OK, dit is gin, maar verder ook niets en vind ik niet meer de moeite om te kopen

Tussen 4 en 4,4 op 5 staat voor:

Alright! Nu komen we er! Hier word ik al blij van! Die ga ik zeker nog eens kopen!

Vanaf 4,5 op 5 staat voor:

Yes! Geef me meteen maar een hele doos! Heel erg mijn ding! Top twintig materiaal!

5 op 5 staat voor:

Is nog niet gemaakt of ben ik in de 457 gins die ik al geproefd heb nog nooit tegen gekomen!

Auteur: G.V van Gin Ur Way

Eindredactie : K.H van G&Teasing

Zonder toestemming van de auteur mag niks uit deze tekst worden overgenomen!

bottom of page